Venlo 21 juni 2007.
Aan de vroegere buurtbewoners van de Pelssingel en Gheert van Calcarplein. Even mijzelf voorstellen. Ik ben Ans van der Sterren v. Dulmen, vroeger beter bekend als Ans v.d. slager. Volgens mij werd onze eigen achternaam in de buurt nooit gebruikt en bestond ons gezin uit de slager (mijn vader) mijn moeder was Mevr. de slager en wij - mijn 2 broers plus ik als van de slager. Mijn ouders zijn op Pelssingel nr. 24 gaan wonen in 1947 tot en met 1975. Ik ben er geboren op 6 juli 1948 in wat wij noemden het voorkamertje. Op 2 Januari 1971 van daaruit getrouwd op een zaterdag (hadden mijn ouders ook eens een keer vrij) Vanaf mijn vijftiende, ik zat toen nog op de Mulo tot mijn huwelijk heb ik samen met mijn vader op zaterdag in de winkel gestaan. Hij achter de hakblok voor het vlees, ik voor de vleeswaren. Ik mocht wel een beetje opgetut zijn, maar niet te veel, zeker geen nagellak en al helemaal geen haar in een paardestaart. Geen gezwiep van haar over het vlees. Op 9 Juni j.l. zijn wij min of meer afscheid gaan nemen van wat wij nog steeds in familiekring ons thuis noemen. Mijn moeder bijna 93 jaar, mijn 2 broers, ik plus resp. echtgenoot, echtgenotes en oudste kleinkind. Alle herinneringen komen dan weer boven, de kou in de winter als mijn vriendinnen langskwamen om te gaan schaatsen en ik daar achter de snijmachine stond. Of in de zomer, zij wel lekker zwemmen. Zaterdagsavonds uitgaan betekende voor mij, eerst de hele dag in de winkel, poetsen, tafel dekken, afwassen en douchen, dan pas weg. Vroeger stond voor de winkel op de stoep een lantaarnpaal, die is nu weg. Als ik door een jongen werd thuisgebracht mocht ik van mijn moeder daar niet onder gaan staan om afscheid te nemen. Zij wilde niet dat de klanten dat zagen, dus dat werd dan meestal onder de poort van het "Eigen Bezit". Echt veel kattekwaad konden wij trouwens niet uithalen, want het werd zo gemeld bij mijn vader. Die was absoluut niet streng, maar was er in zijn ogen iets niet goed, bijvoorbeeld een grote mond tegen mijn moeder, dan tikte hij met zijn mes vanuit de winkel tegen het keukenraampje en wij waren stil. Mijn vader was een echte slager, hield met hart en ziel van zijn werk, had een gewillig oor voor iedere klant die hem vaak genoeg iets in vertrouwen vertelde. Hij was diplomatiek, luisterde en knikte af en toe met zijn hoofd. Op vakanties werd er ook naar andere slagerswinkels gekeken. Of ze mooi vlees hadden en vooral of de winkel schoon was. Veel winkels gingen mettertijd 1 uur of een half uur dicht voor de lunchpauze. Bij ons thuis gebeurde dat veel later, pas toen onze hond op een keer mijn vaders vlees van zijn bord had gepikt. Als ik van mijn werk naar huis ging, ik werkte van maandag tot en met vrijdag bij de AMRO bank, en ik was op de brug, voelde dat al als thuiskomen. Wij hadden geen vader die buiten de deur werkte maar ouders die altijd thuis waren, 47 jaar met elkaar getrouwd geweest zijn, dag en nacht bij elkaar. 28 jaar in de winkel, na zijn pensioen nog enkele jaren op Pelssingel nr. 30. Daarna zijn ze verhuisd naar de Boschmeersingel. Mijn vader is 21 jaar geleden gestorven aan nierkanker, mijn moeder woont in een verzorgingshuis vlakbij de Helftheuvel. Ik woon al 32 jaar in Venlo, maar een Bosschenaar blijf je voor altijd. Misschien komen wij in okt, nov, als de huizen afgebroken worden nog een keer met zijn allen afscheid nemen van een tijdperk die wij altijd blijven noemen "bij ons thuis" . Een tijdperk van jongens die opbelden "slager heb je nog varkenspootjes" en als mijn vader dat beaamde zij zeiden "wat zult U dan moeilijk kunnen lopen". Bedankt Monique dat je ons de kans hebt gegeven nog een keer de sfeer te proeven. Een sfeer van een geweldige jeugd, leuke buurt, klanten die er voor zorgden dat wij een goed belegde boterham hadden. Speciaal de mensen van de kermis van het Kardinaal van Rossumplein. Zij hoefden vroeger geen spaarzegels, mocht ik van hun houden, kreeg ik voor een vol boekje een rijksdaalder. Door zo'n jeugd voel je je vanzelf rijk. In Den Bosch waren vroeger 7 "Hertogstadslagerijen". Mijn vader had "hoera" de hoofdprijs. Hij kreeg de kleinste winkel toebedeeld of in slagersvaktermen gesproken "mag het ietsje meer zijn". Voor ons was die kleine winkel dankzij onze ouders GRANDIOOS.
Met vriendelijke groet, Ans van slagerij de "Hertogstad, Pelssingel.
|