Pelssingel B580 - onderweg naar huis -
Een groot aantal jaren heb ik op Pelssingel B580 mogen wonen. Een noodwoning die door zijn letter B werd verheven tot Bungalow. De Pelssingel was indertijd een straat die belegd was met van die karakteristieke Belgische kinderkopjes, waar menig wielerronde heden ten dage jalours op zou zijn. Onze woning was de eerste die moest verdwijnen. Een school had deze plaats nodig. Maar ook die school zou geen lang leven beschoren zijn. Niet veel later zouden ook onze voormalige buren, de familie Stevenaar, die nooit uit mijn gedachten zijn verdwenen, hun bungalow moeten verlaten, omdat ook deze zou gaan verdwijnen. Een tijdperk werd voor ons afgesloten.

Herinneringen branden op mijn netvlies. Heerlijk warm brood kopen bij Bakker van Riel. Je liep dan, het brood steeds overgooiend van je ene in je andere hand, om de warmte te verdelen, naar huis. Eenmaal thuisgekomen besmeerde je het zelfgesneden brood met een dikke laag boter, welke direct wegsmolt om daarna te bestrooien met flink veel suiker. Van Sonja bakker hadden wij in die tijd nog nooit gehoord.

Slagerij van Dulmen, waar je gelukkig op de pof kopen. De aankopen werden in je eigen boekje bijgeschreven en als je vader dan zijn salaris binnen had ging je moeder betalen en werd het bedrag doorgestreept. Klaar voor de volgende maand. En meestal het moment voor iets extra's.  Slagerij van Dulmen, met zijn impossante hakblok  achter de toonbank waar hij met fikse hand mooie plakken vlees sneed om daarna met een welgemikte slag  met zijn bijl het vlees definitief te scheiden van de rest. Ook daar waar je beuling kocht of balkenbrij. Vet spek voor het maken van kaantjes of het gewoon te koken. Een plakje worst was dan je beloning.

Ook zie ik dan nog dat kleine kruidenierswinkeltje van de familie Walschots. Waar grote vierkante blikken van Verkade met een rond kijkglas een blik gaf op de koekjes die het bevatte. Of waar je de lodaline kocht in literfles met als beloning in die fles een plastic bootje wat je in elkaar moest zetten.
tekst van een plaatje

Waar je snoepgoed kon kopen als strooplikkers met jodenvet, snoeppapier en zakken koekkruimels. Belga's waar je je tanden op stuk kauwde. Twee voor 5ct. En minutenlang stond je voor het glas van de toonbank te kijken welke kleur je zou nemen. Hoewel het volgens mij wat smaak betreft, achteraf bezien niets uitmaakte.

Ook de Spar, van de familie van Eggelen maakte deel uit van je leven, het was de grootste van alle kruidenierszaakjes die in de omgeving van Pelssingel B5680 aanwezig waren, zo ook op de Westenburgerweg waar zo n klein familiezaakje was gevestigd en waar je sigaretten los kon kopen van het merk Silky. Ik heb er vaak gestaan als 8 - 9 jarige en legitimeren?, dat was er in die tijd niet bij, ze kende je toch. 

Op vrijdag werd de gang gemaakt naar de slachterij aan de Zuid Willemsvaart, om er vervolgens in de rij te gaan staan om een een zak goedkoop vlees te kopen. De slachterij waar je aan de achterkant het afvalwater met bloed zag weggulpen in de AA, waar we volop kikkervisjes, ook wel kwakbollen genoemd, konden vangen. Wisten zij veel over problemen met het milieu. Vaak heb ik staan kijken hoe de varkens, achteraf met harde hand hun noodlot tegemoet krijsten.

Oog voor het milieu hadden we sowieso niet in die tijd, want ook wasserij De Spuistroom ( alleen de naam al ), buurman van de Slachterij, loosde driftig op de AA. Achteraf gezien was Den Bosch een stad met veel industrie waar de boterfabriek van Nederveen, ook aan de AA, maar aan de andere kant van de brug je ontzag inboezemde. De sigarenfabriek van Willem ll, De Gruyter in de binnenstad, Michelin en de Remington, maar dit terzijde. Dit was toch verder buiten ons zichtveld in die tijd. Wel binnen dat gezichtsveld was o.a. de viskraam op het veldje ( ook wel de gaarkeuken genoemd ) die pal naast een stinkend pissoir stond, bij de ingang van de stadskwekerij.

Daar waar mijnheer Adema de scepter zwaaide en die weer eens achter je aan kwam als je, eenmaal over het hek geklommen, een bosje wortelen uit de grond trok, een tomaatje van de stam haalde of aardbeien plukte. Snel even naar de konijnen in het hok kijken en dan snel weer het hek over. En meestal was je mijnheer Adema te snel af. Want snel was mijnheer Adema gelukkig niet.

Gescheiden zwemmen in het zwembad van de IJzeren vrouw. Jongens links en de meiden rechts, met een muur tussen het zwemgedeelte van minstens 2 meter 50 hoog. Streng verboden er langs te kijken ( je moest echt voorbij het diepe ) of er overheen te kijken. Kolen kopen bij kolenhandel Droste op het Hinthamereinde, rechts de brug over, voorbij weeshuis St. Josef. Op je stepje een papieren zak met eierkolen, want dat was lekker goedkoop en een zak anthraciet, want die branden langer.  

De meteropnemer die de meters voor gas en elektra kwam legen, dubbeltjes van het gas en guldens voor de elektra. Deze werden keurig in rijtjes van 10 stuks op tafel gelegd, om vervolgens geteld te worden. Een blik op de meter leerde dat het soms niet klopte. Maar wat doe je zonder electra en gas? Meermalen knalde het licht eruit omdat het geld in de meter op was. Dan was het in het donker zoeken naar een gulden, als je vader er al een had  en anders maar vroeg naar bed. De distributieradio werd daardoor ook het zwijgen opgelegd, maar de piano bleef het gelukkig wel doen.  

Maandenlang waren we in de ban van de vakantie die zou komen. vakantie helemaal naar Vught, op de fiets, bepakt en bezakt, maar wel op vakantie. De eerste wasmachine, een langzaamwasser met zo'n grote mixer in de kom, van het merk Hoover, met die mooie grote H en die schuine letters. Daarna kreeg mijn moeder een snelwasser van Candy, met zo'n schoep in de bodem. En met de wringer werd het overtollige water uit de kleding verwijderd, steeds een slagje verder aangedraaid en dus ook steeds zwaarder. Volgens mij heeft mijn moeder hierbij veel hulp gehad van de buurtkinderen die steunend en kreunend wel aan de slinger wilde draaien.  

Pelssingel 580B, waar veel herinneringen van mij vorm hebben gekregen. De Sint Anthoniuskerk, de scholen Sint Anthonius aan de Jan schofferlaan waar de jongens naar toe gingen en de meiden naar de Zoete Lieve Vrouweschool aan de Geldersedam. Recht tegenover het park gelegen, wat toen nog een echt park was, dicht bebost en waar je je toen al, in een andere wereld waande. Je eerste vriendinnetje die naar balletles ging, wiens vader een rijschool had en woonde aan de Geldersedam 61.

Mieke Litsenburg, mooi lang blond haar en verschrikkelijk mooi en lief, althans zo herinner ik me haar in ieder geval en zij had een vriendin, Loes van der Sanden, ook zij woonde op de Geldersedam op nummer 49. En toeval kan geen toeval zijn, dat als je op je eigen trouwdag tijdens het feest in De Witte in Vught, ineens je eerste lieve vriendinnetje tegenkomt, omdat ook zij daar was om feest te vieren. Want ook Mieke was die dag getrouwd.  

De familie van de Krabben op het Geert van Chalcarplein no 2. Gerrie van der Krabben, een van de zoons des huizes was  mijn echte schoolvriend, wiens broer ik nu weer tegenkom als vader van een dochter met een beperking, omdat ook ik een zoon heb met een beperking. Maar wat is een beperking, heeft ieder mens niet op zijn of haar manier een beperking. De families Tol en van Veluw. Op de Pelssingel de families van Dartel, van Buul, Eekels, Stevenaar, Janssen. Pelssingel 580B, die B die ik nooit vergat, want die B gaf je status, noodwoningen met een Bungalow status. Boekenvol kunnen er worden geschreven over deze bijzondere tijd.  

Aan beide zijden van de Pelssingel was een pleintje met ieder drie hele hoge en statige populieren. Een aan zijde van Slagerij van Dulmen en een aan de zijde van Pelssingel 580B, daar waar de ijscoman op woensdagmiddag zijn karretje neerzette en waar je voor 5ct een ijsje kon kopen, waar je den ook de hele week naar uitgekeken had. Pelssinge 580B, een boek wat geschreven moet worden, een boek wat geschreven gaat worden.  

Pelssingel 580B, onderweg naar huis. Herinneringen die niet alleen zomaar herinneringen zijn maar bouwstenen in een leven. Toevallig in mijn leven.  

Met vriendelijke groet en veel succes, Ron van Rooij