Ik heet Mieke van den Broek en ben 49 jaar. In Bokhoven ben ik geboren als boerendochter.In 1970 ging ik naar ’s-Hertogenbosch om met een vriendin naar de carnavalsoptocht te kijken. We stonden toen aan de Pelssingel 24, voor de slagerij.Ik was nog nooit in de stad geweest. In Bokhoven woonden in totaal misschien 20 kinderen. We zaten met drie kinderen in de klas.Ik wilde verpleegster worden en werkte op de kinderafdeling van het Carolusziekenhuis. De opleiding heb ik niet afgemaakt, want ik kon er niet tegen als er een kind dood ging.In 1976 ben ik bij Rouppe van der Voort gaan werken. Bij de Bosschenaren beter bekend als “de Loodfabriek”. Daar heb ik het goed naar mijn zin gehad. Ik werkte daar samen met een vrouwelijke ingenieur tussen zo’n 50 mannen. Wij werden op handen gedragen! De fabriek was gevestigd aan de Zuid-Willemsvaart naast de huidige Houthal (voorheen slachthuis) en moest vanwege milieu-eisen verdwijnen.Vervolgens kwam ik terecht bij de afdeling Jeugdtandverzorging van de GGD. In 1987 ben ik voor 2 jaar op reis geweest terwijl ik tussentijds werkte in een restaurant.
In 1974 kwam ik via een vriend van mij, in contact met het bestuur van Woningbouwvereniging “Eigen Bezit”. Ik gaf aan interesse hebben in de huisjes die ze verhuurden. Ik kon maar liefst kiezen uit 3 woningen!! Ik heb gekozen voor Gheert van Calcarplein 50 omdat daar niet zoveel aan gedaan hoefde te worden. Kan me herinneren dat er in een van de woningen nog een hele oude keuken zat en dat er heel veel kamers waren. In mijn huis was bijvoorbeeld een van de slaapkamers bij de keuken getrokken. Ook werden in dat andere huisje, als ik het me goed herinner, de zgn. kolenkasten op het balkon nog gebruikt.Op verjaardagen kwamen bestuursleden je persoonlijk feliciteren!In de omgeving stond ik bekend omdat ik Ieren, Schotten en Engelsen in huis had.Het was altijd heel gezellig bij mij thuis. Het was een geweldige tijd.De benedenbuurman (die er nog woont), was denk ik, niet altijd blij met mij, maar gelukkig hebben we nooit geen echte ruzie gehad.In 1989 verhuisde ik naar de Pelssingel 59 waar ik woonde met Guus een Indische man waar ik twee jaar mee heb gereisd. Hij speelde gitaar en maakte liedjes voor mij die hij zong aan de keukentafel. We hebben samen nog drie maanden gewoond achter Bono’s huis in Ierland waar we sateh verkochten. In 1990 heb ik een dochter van hem gekregen. Guus is in 1992 overleden.Ik ontmoette een aantal jaren later een tandarts waar ik een relatie mee kreeg. Helaas is hij ook gestorven.In de voormalige slagerij aan de Pelssingel 24 zat vroeger “Het Pelske” een tweedehands kledingzaak die als hobby werd gerund door Bart Driessen, de vroegere eigenaar van de Combo. Ik ging daar vaak ‘s ochtends koffie drinken. Het was er heel gezellig. De tafel stond op dezelfde plek als waar nu het bureau staat in slagerij Het Pelske.Bart ging geestelijk achteruit. Zijn zoon vroeg me om een oogje in het zeil te houden. Voordat ik ging slapen ging ik dan nog even bij Bart langs om te kijken of alles goed was en of hij zijn deur wel had gesloten. Bart is in juni 2003 gestorven.
Ik werk nu bij de St. Vincentiusvereniging als vrijwilliger en woon in de Pieter Vreedestraat, dat is een zijstraat van de Pelssingel. Ik vind deze wijk de gezelligste wijk van ’s-Hertogenbosch en ik woon daarom graag hier.
|